PSV op jacht naar Europese erkenning

De UEFA Champions League wordt zowel financieel als sportief geregeerd door de vijf machtigste voetballanden. Bij de laatste zestien van de Champions League komen ook deze jaargang 13 van de 16 ploegen uit Spanje, Itali?, Duitsland, Engeland of Frankrijk. Alleen FC Porto, Sparta Praag en Lokomotiv Moskou zijn de vreemde eenden in de bijt. Ambitieuze topclubs uit kleine voetballanden als Ajax, Feyenoord, Anderlecht, Glasgow Rangers, Benfica, Sporting Lissabon, Olympiakos Pireus en Fenerbahce moeten noodgedwongen nog een half jaar wachten op hun volgende Europese optredens. Alleen PSV, Club Brugge, Celtic, Panathinaikos, Galatasaray en Besiktas mogen de vaderlandse eer hoog houden.

Om internationaal de aandacht op zich te vestigen, spelers in de etalage te zetten en om in de wedloop met de grote jongens niet nog meer financi?le averij op te lopen, is het voor PSV bittere noodzaak laagvlieger Perugia over twee wedstrijden te elimineren. In de volgende rondes wachten clubs als Barcelona, Valencia, Liverpool, Inter Milan, AS Roma, AC Parma en Newcastle United die al dan niet tijdelijk de CL-floot met al haar miljoenen gemist hebben. Door net als in 2001 (Parma) en 2002 (Leeds United) deze commercieel zeer interessante opponenten te verslaan en dus ver te reiken in de UEFA Cup, kan PSV op jacht naar Europese erkenning.