Driemaal is scheepsrecht!

Liefst voor de derde maal in slechts vier jaar tijd staat PSV in de kwartfinale van de UEFA Cup. Na de knappe winst op AC Parma, winnaar van de EuropaCup voor Bekerwinaars in 1993 en van de UEFA Cup in 1995 en 1999, werd PSV de eerste keer (2001) uitgeschakeld door Kaiserlautern. De eerste wedstrijd in Duitsland was PSV de betere ploeg maar ging Kaiserslautern via een dubieuze penalty er met de winst vandoor. Invaller doelman Weidenfeller keepte een wereldpartij. Ooijer viel zwaar geblesseerd uit, Kezman liep tegen een domme 4e gele kaart op waardoor hij net als Van Nistelrooy (niet ingeschreven bij de UEFA) de return moest missen. Met De Jong en Bruggink in de spits kreeg PSV diverse kansen, waaronder vanaf 11 meter. Waar Bruggink thuis tegen Ajax en Feyenoord wel een penalty scoorde, miste hij tegenover Georg Koch. Toen Basler even later wel vanaf 11 meter scoorde en Mark van Bommel zijn 2e geel kreeg, sloegen de stoppen door bij de supporters. Gelukkig voor de Europese ambities van PSV reageerde Erik Gerets en sommige spelers zeer adequaat waardoor PSV een jaar later weer de kwartfnale kon bereiken. In de 76-ste minuut brengt schoonzoon Mark van Bommel PSV in de Kuip op 0-1. Daarna krijgt PSV drie enome kansen (waaronder Kezman voor open doel) om de definitieve doodsteek uit te delen aan Feyenoord. In blessuretijd, als veel supporters de Kuip al hebben verlaten, scoort Pierre van Hooijdonk. Ondanks dat PSV van Bommel in de verlenging met een rode kaart verliest, weten de Eindhovenaren de penaltyserie te bereiken. Alleen invaller Giorgi Gakhokidze mist waardoor PSV voor de tweede keer uitgeschakeld is in de kwartfinale.